Gemeenschappelijke woning bij scheiding
Eén van de vragen die aan de orde komt bij een scheiding is of jullie samen een woning huren of gezamenlijk eigenaar zijn van een koopwoning. Informatie over de gezamenlijke woning bij scheiding lees je hier.
Huurwoning
Als het gaat om een huurwoning is het relevant om af te spreken wie van jullie in de huurwoning blijft wonen. Soms moet de verhuurder daarbij de huurovereenkomst aanpassen.
Staat de huurovereenkomst niet op jouw naam maar op die van je ex-partner, dan ben je vanzelf wettelijk medehuurder bij een huwelijk of geregistreerd partnerschap. Zijn jullie niet getrouwd en hebben jullie geen geregistreerd partnerschap afgesloten, dan ben je in dat geval niet vanzelf medehuurder. Dat is anders wanneer jouw naam ook op het huurcontract staat, dan ben je contractuele medehuurder en zullen jullie afspraken moeten maken over de voortzetting van de huurwoning.
Koopwoning
Bij een koopwoning dient er bekeken te worden wie er eigenaar is van de woning. Zo kan het zijn dat je in gemeenschap van goederen bent getrouwd en dat je ieder voor de helft eigenaar bent van de woning, óók als een van jullie de woning kocht vóór het huwelijk.
Wanneer je samen voor de helft eigenaar bent van een koopwoning dan zal de woning bij de scheiding door één van jullie overgenomen of verkocht moeten worden. Het is belangrijk om hier samen afspraken over te maken. Mocht één van jullie in de woning willen blijven dan zal de hypotheek en de woning op diens naam moeten komen. De bank moet hiervoor akkoord gaan.
Overwaarde woning
Wanneer de woning een overwaarde heeft (de woning is meer waard dan de resterende hypotheekschuld) dan hebben jullie, bij 50/50 eigendom, beiden recht op de helft van de overwaarde. De blijvende partner zal de ander dan in beginsel moeten uitkopen. Voor het uitkopen is vaak een extra hypotheek nodig.
Onderwaarde woning
Vertegenwoordigt de woning een onderwaarde (de woning is minder waard dan de resterende hypotheekschuld), dan zal de vertrekkende partner de helft van de onderwaarde in beginsel dienen te vergoeden aan degene die in de woning blijft.
Verkoopafspraken
Besluit je samen om de woning te verkopen, dan zal je afspraken moeten maken over de verkoop van de woning. Denk aan het inschakelen van een makelaar en het bepalen van de verkoopprijs.
Wanneer de woning met een overwaarde wordt verkocht dan wordt het restant na aftrek van de hypotheekschuld tussen jullie beiden verdeeld. Een eventueel verlies wordt door jullie beiden ieder voor de helft gedragen. Jullie kunnen hierover afwijkende afspraken maken in het convenant. Bij een eventuele restschuld blijven jullie ten opzichte van de bank ieder hoofdelijk aansprakelijk. Wanneer je meer hebt betaald dan jouw (afgesproken) deel van de schuld dan kan je dit deel van de ander terugvorderen.
Woning onverdeeld laten
Voorts heb je ten aanzien van de woning ook de mogelijkheid om de woning (voor een bepaalde tijd) onverdeeld te laten. In dat geval beslissen jullie op een later moment of de woning overgenomen of verkocht wordt.
Financiële en fiscale gevolgen
Belangrijk is om de fiscale gevolgen goed voor ogen te houden. Denk aan de gevolgen voor de hypotheekrenteaftrek en het eigenwoningforfait. Zo mag je als vertrekkende partner bijvoorbeeld nog twee jaar de hypotheekrente aftrekken wanneer je ex-partner in de woning blijft wonen en de woning nog onverdeeld blijft. Ook kan betaalde rente en het bedrag van het eigenwoningforfait worden opgegeven als partneralimentatie. Op de website van de Belastingdienst lees je alles wat je wilt weten over scheiding en belastingzaken.
Het is raadzaam om tussentijdse afspraken te maken over bijvoorbeeld het dragen van de kosten van de woning. Je kan daarbij onderscheid maken in de eigenaarslasten en de gebruikerslasten.
Iedere scheiding, en dus ook het financiële plaatje, is anders. Samen maken we jullie situatie inzichtelijk en kijken we welk scenario voor jullie beiden het meest gunstig is. Inner Family informeert jullie graag en zo nodig wordt er een hypotheekadviseur ingeschakeld, met als doel heldere en werkbare afspraken te maken over zowel de verdeling van de kosten en lasten van de gezamenlijke woning, als de uiteindelijke verdeling van de gezamenlijke woning.